ro chi minh city

Live verslag vanuit Ho Chi Minh City (Saigon), Viet Nam van een werkvakantie van 3 maanden in een lokaal infectieziekten ziekenhuis in 2006... gevolgd door emigratie in 2007

Naam:
Locatie: Ho Chi Minh City, Vietnam

vrijdag, februari 08, 2008

Tweede teken van leven

Hello again,

Zo nu en dan schrijf ik gewoon wat dingen op in een word-bestand en zo nu en dan zal ik daar wat passages uit selecteren, er een paar foto's bij zoeken en het op deze blog sodemieteren, ok?

Een klassieke blunder, die zich voordeed in onze tweede week in een verder niet nader te noemen hotel, mag ik jullie zeker niet onthouden. Omdat we zgn. long-staying guests waren genoten we een aantal privileges (zie brief), waaronder – behalve 2 gratis flesjes water per dag – ook wekelijks een keuze tussen een gratis maaltijd- of massagevoucher, te gebruiken in resp. het bij het hotel behorende restaurant of de ‘fitnessclub’. Het feit dat in de brief bij ‘jacuzzi’ tussen haakjes ‘man only’ stond had achteraf bezien best een adequate waarschuwing kunnen zijn…
Zodra we ons bij de balie hadden gemeld voor een massage werden we strikt gescheiden. Ik werd een kleedruimte ingebonjourd waar ik een sleutel voor een kluisje en een enorm grote en wijde onderbroek aangereikt kreeg. Vervolgens werd ik naar een wachtruimte geleid van waar ik door een meisje met nogal nadrukkelijk geëtaleerde tieten werd opgepikt. Ze klampte zich aan een van mijn armen vast en bracht me naar de massageruimte…
Pas vanaf de eerste seconde dat ze me daar aanraakte begreep ik dat dit heel geen masseuse was. Ik weet niet wat ze zelf precies dacht wat ze aan het doen was, maar het voelde allemaal extreem slordig en nogal onprettig aan. Ook de omzichtigheid waarmee echte masseuses bepaalde lichaamsdelen NIET proberen aan te raken waren bij haar, geholpen door het ruimzittende ondergoed, ver te zoeken. Uiteindelijk werd de hamvraag gesteld: ‘You want massage here?’, waarbij ze gebaren en geluiden van in het rond spetterende vloeistof maakte: ‘blubbelubbelub’.
Moest eigenlijk een beetje lachen om deze briljante uitbeelding van een ejaculaat, maar aan de andere kant: mijn God, wat een ellende. Nadat ik een paar keer ‘Nee’ had gezegd, probeerde ze het nog met een ‘Your wife won’t see it’. Ik had eigenlijk gewoon op moeten staan en weglopen, dan had ik haar en mezelf de zielige poging tot het voltooien van haar massage kunnen besparen, beide in de stilzwijgende wetenschap dat we allebei wisten dat zij eigenlijk een hoer was.
Riina had eenzelfde nepbehandeling ondergaan, maar dan zonder poging tot happy ending. Het was haar ook al opgevallen hoe strikt erop werd toegezien welke kant je opliep… om te voorkomen dat het vrouwtje haar afgetrokken mannetje zou vroegtijdig zou treffen. Onze meisjes waren tijdens het masseren ook een paar keer de kamer uitgelopen; om met elkaar te checken hoe of wat waarschijnlijk want we belandden op de seconde tegelijk weer bij de balie. ‘Leave tip for me, sir?’. Een perfect georkestreerd ‘vreemdgaan met je vrouw erbij’- paleis, vermomd als massagesalon in een sterrenhotel in het centrum van Saigon… Gotta love this country…

De eerste week hoefde ik nog niet te werken en dus konden we ons een paar dagen schaamteloos als echte toeristen gedragen. Veel hadden we natuurlijk al gezien, maar we deelden ook nog wel een aantal hiaten.
Kicken was het om door het straatje waar ik in 2006 ‘woonde’ te lopen en herkend te worden door de meisjes die in de hotels/restaurants/winkeltjes waar ik toen bijna dagelijks kwam werkten. Eigenlijk was er vrijwel niets veranderd… de meisjes met een enorme stapel gekopieerde boeken op hun heupen (joe wan toe bai som boek?), de meisjes met Vietnamese hoed en om de nek hangende marktkraam met aanstekers, Gucci portemonnees (same same) en andere zinloze prullen, tot aan de kinderen aan toe die voor de populaire toeristenbars kauwgom verkopen (jong en met moeder) of gewoon rondhangen (iets ouder) en zelfs de zwervers… allemaal dezelfde, allemaal een jaartje ouder. Gelukkig was ook mijn grote vriendin Chi er nog; steun, toeverlaat en veel geraadpleegd Saigon-deskundige tijdens mijn vorige verblijf. Ierse vriend Eugene woont inmiddels ook min of meer half in Viet Nam.,, leuke mensen, later meer daarover.

Toeristische toppertjes waren de enigszins aftandse en qua dierenwelzijn niet geheel kosjere maar nog net wel - voor mensen die geen Partij voor de Dieren stemmen - door de beugel kunnende dierentuin en de eigenaardige inrichting van het reunification palace (de plek waar de [Noord]Vietnamezen de macht teruggrepen van de Amerikanen).


Van de laatste helaas geen foto’s… toestel vergeten, maar toevallig weet ik dat Koen wel foto’s heeft van toen hij in 2006 langskwam… ff uploaden ergens? De seventies stijl pluche en lederen stoelen en banken hadden echt prima als decor voor films van bepaald allooi kunnen fungeren, en de bunker in de kelder - waar tussen brommende telexmachines bureaus met bakelieten telefoons in verschillende kleuren staan in kamers waarvan de muren behangen zijn met grote landkaarten van Viet Nam en omringende landen – deed meer aan de poppenserie Thunderbirds denken dan aan echte grote mensen commandokamers waar tot op het allerhoogste niveau beslissingen werden of konden worden genomen. Verder ook weer voldoende expositieruimtes waarin allerlei oorlogsdocumentatie en anti-Amerikaanse propaganda te bewonderen viel.
Dieptepunten van de dierentuin waren de stank die van de otterrots afkwam, de eenzame chimp… niet echt een goed idee om zo’n dier in z’n eentje in een kooi te stoppen, en de tijgers die de kussentjes onder hun poten stuk liepen op met pis doordrenkt kaal beton. Een prachtig nijlpaard in een ogenschijnlijk schoon bassin en een geïmproviseerd stukje natuur met een loopbrug eroverheen waarin een forse kudde krokodillen lag staken daar redelijk gunstig bij af, maar konden ook de indruk van verwaarlozing, brakheid en onnadenkendheid (of gewoon geldgebrek) niet wegnemen. Al met al liet het dus een enigszins zure smaak achter…
Leuker was het koffiefestival, wat Riina toevallig ergens in een krantje gespot had. Ca phe, zoals ze het hier noemen, is het belangrijkste exportproduct van Viet Nam, en na Brazilië is Viet Nam ’s werelds grootste koffieproducent. Een leuk uitje dus, voor een koffiesnob als ik. In Viet Nam zelf is van deze rijke koffiecultuur weinig te merken: de Vietnamese manier van met koffie omgaan is tamelijk barbaars: de bonen worden in boter gebrand waardoor ze een zoetige vette smaak krijgen, waar wel aan te wennen valt (een acquired taste, zoals sommige mensen zeggen), maar die ook snel verveelt. De koffie wordt vervolgens in gunstige gevallen gezet door heet water in een metalen bakje met gemalen bonen en een zeefje onderin te gieten. De Vietnamezen zelf doen er dan natuurlijk heel veel suiker, en soms gecondenseerde melk (dik en zoetig) en ijs in. Die koffie met melk en ijs (Ca phe sua da) is Riina’s grote favoriet. Als je pech hebt krijg je koffie gemaakt van koude geconcentreerde ingekookte koffie, waaraan heet water wordt toegevoegd.
Espresso en dat soort Europese shit is zeer sporadisch en eigenlijk alleen maar in het centrum in dure op westerse toeristen gerichte tentjes te krijgen.
Maar…. op het festival – waar we voor het eerst eens echt de enige westerlingen waren – vonden we in ieder geval een paar adresjes van winkeltjes waar ze niet in boter gebrande bonen verkochten. Fijn om alvast te weten voor als mijn apparatuur straks aankomt.
Later meer

r

dinsdag, januari 29, 2008

Blog heropend!

Vandaag is het exact 2 maanden geleden dat ik mijn laatste voet van Nederlandse bodem optrok. Het leven in Ho Chi Minh City begint wel steeds normaler vormen aan te nemen, maar ik heb nog steeds niet echt het gevoel hier echt geland te zijn.

Nou is het tot nu toe ook wel enigszins een valse start te noemen: 1) Riina was er alleen de eerste weken (tot en met 25 dec) bij, en komt pas in juli terug, met waarschijnlijk een paar weekjes bliksembezoek in april… en het is tenslotte de bedoeling dat we dit met ons tweeën ondernemen, 2) de accommodatie (waarover straks meer) tot op heden – hoewel van vele luxe voorzien – voelt bepaald niet als een thuis, en 3) ik leef totdat punt 2 een definitiever karakter krijgt nog steeds uit een koffer terwijl mijn spullen in een zeecontainer ergens in een westelijk of oostelijk havengebied te Amsterdam op mijn groen licht tot verscheping staan te wachten.

Hoe prettig en ongecompliceerd het meeste afscheiden tot dan toe verlopen was, zo bitter viel het me ineens op Schiphol… met de zoete en alcoholische nasmaak van het Amstelhotel nog achterin m’n keel (excuses voor dit stukje genante proza), besefte ik daar op het allerlaatste moment eigenlijk pas voor het eerst concreet waar ik mee bezig was: ik ging alles wat ik liefheb voor heel lang verlaten… ouch.
De maanden van voorbereiding waren als een achtbaanrit verlopen, vanaf het moment dat ik op een doordeweekse ochtend op het AMC een emailtje uit Viet Nam kreeg met daarin de vraag: ‘Waarom kom je eigenlijk niet meteen als je klaar bent met je opleiding?’. Na een dag of twee nadenken was: ‘Ja’ eigenlijk het enig logische antwoord, sollicitaties bij OLVG en VU ten spijt… die banen dienden uiteindelijk alleen maar om ervaring op te doen om vervolgens alsnog naar Viet Nam te vertrekken, en waarom nog een paar jaar investeren als ik nu al kon krijgen wat ik wilde.
Achtbaanrit dus: heel hard en heftig en snel… geen tijd om het al te bewust mee te maken, en de route staat van te voren al vast dus geen noodzaak tot het maken van keuzes om links- of rechtsaf te slaan. Ik weet niet of ik dat beter had aan kunnen pakken, of ik op één of andere manier meer emotioneel betrokken had kunnen zijn bij het weggaan en afscheid nemen, en of dat dan überhaupt iets veranderd of verbeterd zou hebben… ik voelde me al zodanig door alle materiele en bureaucratische zaken opgeslokt dat het als teveel voelde om ook nog emotioneel overal bij stil te staan… misschien was het beter geweest al die onzin wat meer van me af te laten glijden en meer stil te staan bij wat ik achterliet.
Hoe dan ook, pas op Schiphol voelde ik een hand zich om mijn strot sluiten en drong het voor het eerst tot me door wat er aan het gebeuren was… janken dus. Geen prettige ervaring, hoe fijn het ook was dat de mensen die er waren er waren.

Goed, na de vervreemdende ervaring om al je spullen - verzameld in de laatste decennia om een thuis te creëren - voor onbepaalde tijd in dozen en containers te zien verdwijnen, en het volledig leegruimen van Vrolikstraat 154-2 in de wetenschap dat in ieder geval de eigen draai die ik aan de binnenkant had gegeven tot mijn verleden behoorde en dat terugkeer waarschijnlijk niet zou gaan gebeuren, begon daar een transitiefase die zich de komende maanden op verschillende locaties in verschillende verschijningsvormen zou gaan afspelen.

De reis zelf verliep probleemloos, we mochten al onze kilo’s boven het toegestane maximum voor ruim en handbagage kosteloos meenemen, want de grondstewardess had, zoals ze zelf zei: ‘niks gezien’. Een paar uur uitzingen op het schitterende Kuala Lumpur Intl waar ik nog prachtige herinneringen aan had van mijn vorige kortdurende verblijf: beetje heen en weer rijden tussen de twee terminals in het kleine metrootje, wat rondhangen in de executive lounge (a 24 euro) of de enige ‘acute longkanker’ rookruimte (nu niet meer van toepassing, gelukkig). Na het laatste stukje vliegen werden we opgepikt door een taxichauffeur (natuurlijk weer met bordje Dr Hindrik van Doorn) van de hotelketen waar we de komende maand in zouden verblijven.
De eerste nacht in een klein benauwd kamertje in de mindere telg van de keten. Niet echt een lekkere binnenkomer, bovendien zat die hand nog steeds om m’n strot. Om ’t kort en niet al te emotioneel te houden: die eerste dagen waren echt goed kut. Wanhoop, janken, heimwee, spijt… en wat dies meer zij. En volkomen onverwacht…
Die hele kutstad en dat hele kutland stond me tegen… what the hell had I been thinking? Wat moest ik hier?

Dag 2 verhuizen naar de grotere broer om de hoek, wat betreft ruimte al enige verbetering ten opzichte van het vorige hotel, maar nog steeds een klein hok, en met name geen ramen of balkon, wat – zeker als je met z’n tweeën bent – een nogal opgesloten gevoel geeft. Gelukkig konden we na een aantal dagen van een Junior naar een Deluxe suite verhuizen: met groot balkon – uitziend op een drukke winkelstraat – en behalve een bed ook een soort zithoek. Tot 23 december zou dat ons thuis zijn, midden in het toeristische en rijke centrum van Saigon… niet een plek om voorgoed te wonen, maar wel lekker om te beginnen, want alles lekker binnen handbereik.

Let ook op de vlag bij het hoofdkussen :)

TBC (..to be continued.. [pun intended])






vrijdag, november 03, 2006

Saigon Tattoo

O ja, dit mag ik jullie natuurlijk niet onthouden:



r

Goodbye Saigon (almost)

Vrienden,
De laatste uurtjes tikken weg op m'n werk hier... 14:30 nu. Word om 17:00 mee uit eten genomen door de staf van de unit en hoop dan wat spijkertjes met kopjes te kunnen slaan over een mogelijke terugkeer (belangrijke zaken dus). Het voelt raar om weg te gaan, alhoewel er in NL natuurlijk een hoop op me wacht. Het besef dat het dichterbij komt maakt ook het gemis van het thuisfront ineens tastbaar... alhoewel ik gedurende deze 3 maanden nooit echt iets gemist hebt doet de gedachte aan jullie me toch wel weer reikhalzend naar NL uitzien. Heb er zin an.
De bekende keerzijde is natuurlijk wat ik hier achterlaat, en dat is ook bepaald niet weinig. Het is moeilijk om het concreet onder woorden te brengen... zeker in de overgangsfase waarin ik nu zit... een beetje het vliegveldgevoel: fysiek ben je er nog wel maar mentaal ben je al gevlogen: emotional detachment (zou er geen NLse term voor weten, misschien de psychologen onder jullie?).

Er zijn zo ongelooflijk veel dingen die hier ontzettend prettig zijn:
Het klimaat is geweldig, ook al regent het veel, je kunt vrijwel het gehele jaar door buiten leven zonder behoefte aan jas. Het verkeer is een ontzettende puinhoop, het best te vergelijken met een enorme termietenheuvel, maar alles gaat soepel, en er valt geen onvertogen woord. Dat geldt overigens voor het gehele sociale leven in Saigon: er is geen aggressie en er lijkt nauwelijks sprake van straatroof en dat soort zaken te zijn. Natuurlijk stap je soms in een verkeerde taxi, of word je soms opgelicht in winkels, maar dat valt allemaal nog wel te overleven.
Waar ik het meest aan zal moeten wennen in NL is, om het maar even kolonialistisch te zeggen, het gebrek aan goedkope arbeidskrachten... ik moet alles weer zelf doen, terwijl ik inmiddels enorm eraan gewend ben om geen ene reet zelf te doen. Overal zijn hier mannetjes voor.
In de eerste plaats 3 keer daags uit eten, ik heb geen pan aangeraakt en geen broodje gesmeerd. Ik heb zelfs niet in de rij bij de kantine gestaan. Ik heb alleen maar comfortabel aan tafels gezetenm en een keuze uit het menu gemaakt.
Mijn bed werd dagelijks opgemaakt, elke dag hing er een schone handdoek en 2 keer per week werd mijn kamer opgeruimd. Tevens werd de vuile was in mijn kamer verzameld die 2 dagen later schoon en gestreken weer in mijn kast lag. Als mijn fiets kapot was of een lamp in mijn kamer doorgebrand dan was daar een mannetje voor.
Als je ergens heen moet dan is er altijd binnen 10m een motorbike driver die je voor 10.000 VND (50ct) binnen no-time daar heeft... moet je wat verder dan zijn er overal taxi's die je met een simpel handgebaar (wenken doe je hier met je vingers naar beneden) kunt aanhouden en die je voor eveneens weinig ook overal heenbrengen.
Kortom: ik ben een verschrikkelijk luie hond geworden, en ik gruw van het idee om weer de Komart in te moeten met een mandje om achterlijk dure half verrotte groenten en waterig vlees te moeten kopen :)

Wat je hier ontbeert, en dat is ook wat alle ex-pats zeggen, is - uiteraard - westerse cultuur: weinig bioscopen, geen engelstalige boek- en CD-winkels (alhoewel de illegale kopieerwinkeltjes erg hun best doen en er soms ook wonderwel in slagen om redelijk up to date te blijven... maar dat is dan mn mainstream boeken en muziek... en daar maak je van die irritante wannabe alternatieve zeikerds als ik natuurlijk weer niet blij mee), geen rock-concerten of ander theater vermaak. Maar goed, de bekende kniesoren, zullen we maar zeggen.

Goed...
dit allemaal even omdat ik me de pestpokken verveelde, nu weer aan de slag.

Tot maandag,
Ro chi minh wordt Amsterdoorn

vrijdag, oktober 27, 2006

Even egotrippen dan...

Gedane optredens...


...en komende optredens. Saigon Tattoo is de naam van de band geworden, naar de brandwond/litteken die menig toerist, maar ook Vietnamees aan de binnenkant van zijn/haar rechterkuit meedraagt als aandenken van onnadenkend achterop een brommer zitten: uitlaatpijp, ja.
Over 10 dagen ben ik alweer terug... ongelooflijk. Gemengde gevoelens, zullen we maar zeggen. Heb jullie gemist, maar ga Saigon ook missen... Tot snel dus.

rog


dinsdag, september 19, 2006

Mogelijk slot

Ik vrees dat ik hier niet meer zo frequent ga posten, of ik moet hele leuke plaatjes hebben.

Heb niet zo'n zin meer m'n leven hier, dat ook steeds alledaagser begint te worden, op deze manier te etaleren. Anders valt er bovendien ook niks meer te vertellen als ik weer onder jullie ben. Dus... ik adviseer email, msn (hrogier@hotmail.com) of skype (rogiervandoorn) om bij te praten (het is hier 5u later dan in NL)... en dank voor jullie comments tot nog toe.

Ik ga in oktober weer wat tripjes maken en 7 oktober komen Koen en Annemarie langs, dus dat levert allemaal vast wel weer wat stof tot posten op.

Tot binnenkort,

Rogier

zondag, september 17, 2006

Otherwise engaged

Ben er nog
Alles bijzonder in orde
Maar op het moment even meer bezig met dingen meemaken dan met dingen opschrijven, op een zeer positieve manier :)
r

zondag, september 10, 2006

Tripje

Jaaaaaaaaa.... de toerist uitgehangen. Dagtripje naar Cu Chi tunnels en Cao Dai tempels. Ik was vergeten hoe 'n ellende dat allemaal ook alweer was en wat een vreselijke blassee ouwe zak ik eigenlijk aan het worden ben. Urenlang met z'n 15-en in een busje zonder airco zitten zweten om twee keer even een uurtje uitgebraakt te worden om in colonnes bij een attractie die op zich ook al niet zo bijzonder is langs te lopen. Dat soort dingen heb ik eventjes gedacht... maar uiteindelijk kregen positieve gevoelens de overhand :) onder andere door een opmerking van de Cambodjaanse gids toen we door de wijk Hoc Mon reden: famous for breeding horse and cock (mn phonetisch geestig). De gids die overigens uiterlijk een sterke gelijkenis met Bob de Rooij had (zie foto).


Cao Dai - zonder meteen de hele Lonely Planet of Wikipedia over te schrijven - is een religie die begin vorige eeuw is bedacht en die een soort ratjetoe is van alle bestaande grote en kleinere godsdiensten. Ze accepteren zowel Mohammed, Buddha, als Jesus en Moses als profeten, maar zien bijvoorbeeld ook Victor Hugo en Louis Pasteur als media via welke de Cao Dai doctrine aan de mensheid wordt doorgegeven. De tempels hebben een hoog Walt Disney gehalte (zie foto's), "Het Heilige Oog" is het belangrijste symbool. Verder ondanks dit potentieel verlicht en vernieuwend klinkende concept voor een religie is het toch ook wel weer een hoop gedoe: 4x daags (6-12-18-0u) bidsessies, in dracht, knielen op de grond, strak in het gelid, vrouwen en mannen gescheiden... ik had wel weer genoeg gezien.






Volgende stop waren de Cu Chi tunnelcomplexen... een gebied van 400 vierkante kilometer wat gedurende de oorlog tussen een aantal US bases inlag. De lokale bevolking had een zeer ingewikkeld netwerk van 250km tunnels in dit gebied aangelegd waar ze konden schuilen tijdens bombardementen, sterker nog: waarbinnen ze compleet als gemeenschap konden functioneren. De gangen zijn extreem smal, zitten vol met extreem sadistische boobytraps, en de Amerikanen hebben het nooit weten te ontmantelen. Wel was er weer veel oorlogspropaganda omheen... begrijpelijk natuurlijk: dit zal hier wel altijd DE oorlog blijven, ook al zijn VietNam en US inmiddels politiek en economisch verbroederd... maar het zou fijn zijn als ze die animositeit dan ook op dit soort lokaties zouden temperen, en wat minder trots beelden laten zien van jongetjes en meisjes van 18 die tot Held zijn uitgeroepen vanwege het (terecht?) vermoorden van 18-jarige Amerikaanse jongetjes en meisjes die hun leven kwamen verstoren maar ook eigenlijk geen idee hadden wat ze daar aan het doen waren. Zat iemand op mijn simplistische wereldvisie te wachten?? Ongetwijfeld niet...Misschien iets teveel oorlogsliteratuur gelezen lately.

Goed, gelukkig mochten we na al deze beelden gezellig allemaal met machinegeweren schieten: een Kalashnikov in mijn geval... wat natuurlijk errug fijn was (pijn in schouder...). Daarna de tunnels in.


Waar ik het in de Ardennen wel 's schandelijk liet afweten toen er een nauwe spleet ingegaan moest worden op een speleologische excursie, beet ik hier maar even op m'n tanden en ging ik ervoor. De gangetjes zijn gemiddeld 90cm hoog en 40cm breed... best klein dus zeg maar. Dat ging allemaal best, totdat er ineens een aantal vleermuizen tussen ons door begonnen te fladderen... Thank God for sonars, maar.. als (niet tegen rabies ingeent) microbioloog is een vleermuis werkelijk een van de laatste dieren waarmee je een close encounter wilt hebben (dan nog liever een zieke kip). Lichte paniek, snel eruit... trekje van een sigaret (as if that would help).

Korte mededelingen:
-Ik ben verhuisd binnen het hotel naar een kamer aan de straat, werd een beetje depri van dit uitzicht... nu beter.


-Ik loop tegenwoordig voor het eerst in mijn volwassen leven in gestreken kleding rond, thanks to Vuong, het kamermeisje.
-Rijdend door Vietnam in zo'n eerder vermeld busje kom je vaak van die grote borden langs de weg tegen waar een overheidscampagne op afgebeeld is, bv over family planning, of HIV of dat soort dingen. De tekenstijl is erg karakteristiek, en doet ook nog een beetje aan van die ouwe Russische pamfletten denken... heb nog geen foto, maar google is gelukkig gul (gepikt van www.travelingtiger.com):


-Gisteren weer een ex-pat feestje van Duitse vrienden van een vriendin van Max. Veel te veel Riesling gedronken (nooit doen!) en het feest escaleerde om 4 uur zodanig dat ik mijn exit maakte door, overigens op verzoek van haarzelf, een enorm grote slagroomtaart in het gezicht van de gastvrouw te gooien (ik hoop dat ze me de foto's stuurt... het was kostelijk).

r