ro chi minh city

Live verslag vanuit Ho Chi Minh City (Saigon), Viet Nam van een werkvakantie van 3 maanden in een lokaal infectieziekten ziekenhuis in 2006... gevolgd door emigratie in 2007

Naam:
Locatie: Ho Chi Minh City, Vietnam

dinsdag, januari 29, 2008

Blog heropend!

Vandaag is het exact 2 maanden geleden dat ik mijn laatste voet van Nederlandse bodem optrok. Het leven in Ho Chi Minh City begint wel steeds normaler vormen aan te nemen, maar ik heb nog steeds niet echt het gevoel hier echt geland te zijn.

Nou is het tot nu toe ook wel enigszins een valse start te noemen: 1) Riina was er alleen de eerste weken (tot en met 25 dec) bij, en komt pas in juli terug, met waarschijnlijk een paar weekjes bliksembezoek in april… en het is tenslotte de bedoeling dat we dit met ons tweeën ondernemen, 2) de accommodatie (waarover straks meer) tot op heden – hoewel van vele luxe voorzien – voelt bepaald niet als een thuis, en 3) ik leef totdat punt 2 een definitiever karakter krijgt nog steeds uit een koffer terwijl mijn spullen in een zeecontainer ergens in een westelijk of oostelijk havengebied te Amsterdam op mijn groen licht tot verscheping staan te wachten.

Hoe prettig en ongecompliceerd het meeste afscheiden tot dan toe verlopen was, zo bitter viel het me ineens op Schiphol… met de zoete en alcoholische nasmaak van het Amstelhotel nog achterin m’n keel (excuses voor dit stukje genante proza), besefte ik daar op het allerlaatste moment eigenlijk pas voor het eerst concreet waar ik mee bezig was: ik ging alles wat ik liefheb voor heel lang verlaten… ouch.
De maanden van voorbereiding waren als een achtbaanrit verlopen, vanaf het moment dat ik op een doordeweekse ochtend op het AMC een emailtje uit Viet Nam kreeg met daarin de vraag: ‘Waarom kom je eigenlijk niet meteen als je klaar bent met je opleiding?’. Na een dag of twee nadenken was: ‘Ja’ eigenlijk het enig logische antwoord, sollicitaties bij OLVG en VU ten spijt… die banen dienden uiteindelijk alleen maar om ervaring op te doen om vervolgens alsnog naar Viet Nam te vertrekken, en waarom nog een paar jaar investeren als ik nu al kon krijgen wat ik wilde.
Achtbaanrit dus: heel hard en heftig en snel… geen tijd om het al te bewust mee te maken, en de route staat van te voren al vast dus geen noodzaak tot het maken van keuzes om links- of rechtsaf te slaan. Ik weet niet of ik dat beter had aan kunnen pakken, of ik op één of andere manier meer emotioneel betrokken had kunnen zijn bij het weggaan en afscheid nemen, en of dat dan überhaupt iets veranderd of verbeterd zou hebben… ik voelde me al zodanig door alle materiele en bureaucratische zaken opgeslokt dat het als teveel voelde om ook nog emotioneel overal bij stil te staan… misschien was het beter geweest al die onzin wat meer van me af te laten glijden en meer stil te staan bij wat ik achterliet.
Hoe dan ook, pas op Schiphol voelde ik een hand zich om mijn strot sluiten en drong het voor het eerst tot me door wat er aan het gebeuren was… janken dus. Geen prettige ervaring, hoe fijn het ook was dat de mensen die er waren er waren.

Goed, na de vervreemdende ervaring om al je spullen - verzameld in de laatste decennia om een thuis te creëren - voor onbepaalde tijd in dozen en containers te zien verdwijnen, en het volledig leegruimen van Vrolikstraat 154-2 in de wetenschap dat in ieder geval de eigen draai die ik aan de binnenkant had gegeven tot mijn verleden behoorde en dat terugkeer waarschijnlijk niet zou gaan gebeuren, begon daar een transitiefase die zich de komende maanden op verschillende locaties in verschillende verschijningsvormen zou gaan afspelen.

De reis zelf verliep probleemloos, we mochten al onze kilo’s boven het toegestane maximum voor ruim en handbagage kosteloos meenemen, want de grondstewardess had, zoals ze zelf zei: ‘niks gezien’. Een paar uur uitzingen op het schitterende Kuala Lumpur Intl waar ik nog prachtige herinneringen aan had van mijn vorige kortdurende verblijf: beetje heen en weer rijden tussen de twee terminals in het kleine metrootje, wat rondhangen in de executive lounge (a 24 euro) of de enige ‘acute longkanker’ rookruimte (nu niet meer van toepassing, gelukkig). Na het laatste stukje vliegen werden we opgepikt door een taxichauffeur (natuurlijk weer met bordje Dr Hindrik van Doorn) van de hotelketen waar we de komende maand in zouden verblijven.
De eerste nacht in een klein benauwd kamertje in de mindere telg van de keten. Niet echt een lekkere binnenkomer, bovendien zat die hand nog steeds om m’n strot. Om ’t kort en niet al te emotioneel te houden: die eerste dagen waren echt goed kut. Wanhoop, janken, heimwee, spijt… en wat dies meer zij. En volkomen onverwacht…
Die hele kutstad en dat hele kutland stond me tegen… what the hell had I been thinking? Wat moest ik hier?

Dag 2 verhuizen naar de grotere broer om de hoek, wat betreft ruimte al enige verbetering ten opzichte van het vorige hotel, maar nog steeds een klein hok, en met name geen ramen of balkon, wat – zeker als je met z’n tweeën bent – een nogal opgesloten gevoel geeft. Gelukkig konden we na een aantal dagen van een Junior naar een Deluxe suite verhuizen: met groot balkon – uitziend op een drukke winkelstraat – en behalve een bed ook een soort zithoek. Tot 23 december zou dat ons thuis zijn, midden in het toeristische en rijke centrum van Saigon… niet een plek om voorgoed te wonen, maar wel lekker om te beginnen, want alles lekker binnen handbereik.

Let ook op de vlag bij het hoofdkussen :)

TBC (..to be continued.. [pun intended])